Maandagmorgen 11 april, 10 uur : de een na de ander komt toe op het domein van Outward Bound in Lustin. Emmy, Lieve en Bert verwelkomen ons en wijzen ons de beide slaapkamers, waarin we ons een slaapplaatsje mogen uitkiezen.
Vermits het stralend weer is starten we meteen buiten. Bert vertelt een en ander over de organisatie Outward Bound. Belangrijkste om hiervan te onthouden is dat zij “cursussen” organiseren die gebaseerd zijn op ervaringsleren dwz dat er allerlei opdrachten, buiten het gewone kader van de deelnemers, aangeboden worden. De opdrachten zullen uitdagend, doch haalbaar en veilig zijn, zodat een succeservaring mogelijk is. Het is niet noodzakelijk om een ‘succeservaring’ te bereiken voordat men iets leert. Men kan eveneens inzichten verwerven uit het falen of niet deelnemen aan een activiteit. Het verkennen, herkennen, verleggen en aangeven van grenzen zijn een belngrijk thema in deze groeicurusus.
De activiteiten worden gevolgd door reflectiegesprekken met de bedoeling een verbetering van het zelfwaardegevoel te bekomen.
Er wordt verteld over de pilootstudie die vorig jaar gestart is naar de methodiek van ervaringsleren bij vrouwen (+20) met een eetstoornis om het zelfwaardegevoel van deze deelnemers te vergroten. Deze week zal de aandacht dus eens niet gericht zijn op ons eetgedrag, noch op ons gewicht. Tenslotte deelt Loes, de KHLeuven stagaire, gevalideerde vragenlijsten omtrent zelfwaardering uit, die bij het begin en nogmaals op het einde van de cursus worden ingevuld. De resultaten van de bevraging zullen eveneens in het onderzoek opgenomen worden.
Vanaf dan neemt Bert het over. We moeten allemaal bovenop onze stoel gaan staan (mét schoenen). De eerste opdracht luidt : zet jullie op alfabetische volgorde volgens de eerste letter van jullie voornaam, zonder van de stoel te vallen. Erg onwennig pakten we elkaar vast om langs elkaar heen te kunnen passeren. De tweede oefening was ietsje moeilijker voor onze vrolijke babbelgroep : nu moesten we ons plaatsen volgens oplopende huisnummers, doch zonder te praten. Met onze handen communiceerden we. Nummer 154 wachtte rustig af en moest uiteindelijk iedereen passeren van de tweede naar de laatste stoel !
Na deze kennismakingsronde moesten we “alles” achter ons laten en letterlijk in de groeicursus springen. Na heel wat vergeefse pogingen had iemand ineens het trucje gevonden om tot aan de overkant te springen zonder terug meegesleurd te worden. Vanaf dat moment geraakten we er allemaal vlotjes over. Vervolgens, héél confronterend 😉 werden we naar een grote “balans” gebracht. Bedoeling was dat we ons dusdanig verdeelden dat de balans perfect in evenwicht was. Een fluitje van een cent : van gewichten kennen we immers alles !!!
De meest uitdagende oefening voor de ochtend was het touwenparcours. We moesten met de hele ploeg (9 personen) over verschillende spankabels, tussen bomen en palen gespannen op zo’n halve meter boven de grond, van punt A naar punt B geraken. Als er één persoon af viel, moesten er twee terug naar het startpunt. Frustrerend ! We hebben samengewerkt als een team dat elkaar reeds jaren kent, de meest onwaarschijnlijke “standjes” ingenomen, op de tippen van onze tenen gebalanceerd en op relatief korte tijd stonden we allemaal bij de eindmeet.
Na de middag bracht Bert ons met zijn (slecht verende) bus naar de volgende opdracht. Tenminste dat dachten we. Maar een drietal kilometer voor de bestemming werden wij, deelnemers, uit het busje gegooid. We moesten te voet verder en onderweg per twee bespreken wat ons ertoe gebracht heeft deze groeicursus te volgen en wat we hoopten te bereiken.
Voor we het goed en wel beseften, stonden we opeens voor een Klettersteig oftewel Via Ferrata. Loodrechte rotswanden, grote hoogtes, indrukwekkende veiligheidsgordels, zware helmen, zekeringstouwen per drie, … het leek heel beangstigend, voor sommigen althans. Nochtans waren we in een mum van tijd boven. Hoewel de afgronden onder ons ijzingwekkend diep leken, waren de vergezichten adembenemend mooi. Diegenen die nog hoger wilden klimmen mochten de volgende rots beklimmen. Pittig detail : je moest een kloof van driekwart meter overbruggen !!! Tja, op zulke momenten komt het besef dat je eigenlijk zelf je eigen angsten creëert.
En als we dan al gedacht hadden dat we het nu wel gehad hadden voor deze eerste dag, dan hadden we het goed mis. Toen het begon te schemeren, bracht Bert ons naar een oude spoorwegtunnel, ongeveer 1 kilometer lang, doch niet meer in gebruik. Eén voor één, met een exacte (!) tussentijd van 2 minuten moesten we de duistere tunnel in. We mochten geen geluid maken en ook geen zaklamp gebruiken. Er vlogen vleermuizen rond bij de in- en uitgang van de tunnel, maar gelukkig niet dieper. Onderweg hadden we last van neersijpelend water (lekker fris in de nek!) en serieus diepe plassen. De ervaringen bij deze proef waren sterk wisselend, gaande van “deed me niets” tot “verlamd van schrik”.
Dinsdag begonnen we met een reflectie over onze ervaringen bij de activiteiten van de vorige dag. Vertrouwen in elkaar, je onzekerheid durven aangeven, hulp durven vragen, je grenzen respecteren, … weerhielden we hier. Wat ons allen opgevallen was, was dat we alle besef van tijd kwijt waren en dat de middag omgevlogen was. Bij niemand lag de focus op tijd of eten. Als we dat ook maar eens zouden kunnen in het dagdagelijkse leven !
In de gietende regen, tussen de hagelbollen door, werkten we onze eerste buitenopdracht van de dag, het spinnenweb, af. We stonden met z’n negenen aan één kant van een reusachtig spinnenweb. Iedereen moest door het spinnenweb naar de overkant geraken zonder een van de touwen aan te raken. Klein probleempje : iedereen moest een ander gat gebruiken en de gaten waren maar net iets groter dan onze eigen afmetingen. Bovendien waren de helft van de gaten op anderhalve meter hoogte, dus sowieso konden deze niet door de eersten, noch laatsten gebruikt worden. In allerlei bochten wrongen we ons door de laagste gaten. De kleinsten en smalsten werden als een plank door de bovenste gaten gestoken. Voor velen een lastige oefening omdat onze gedachten eerder zaten bij wat de anderen van ons (gewicht) zouden denken.
In de namiddag bracht Bert ons met de bus naar Trou d’Alexandre. Daar wachtte ons een heus speleologie-avontuur. Eerste opdracht was het gezamenlijk vinden van het hart van de grot. We konden kiezen uit twee ingangen en ook in de grot hoefden we geen bepaald parcours te volgen. Toen we na een tiental minuutjes en het nodige ‘buikschuifelwerk’ er reeds enkelen misten, die het schijnbaar opgegeven hadden, maakten we ons toch de bedenking of wij ook niet wat meer angst moesten hebben ?! Gelukkig bedachten de anderen zich en konden we met de bijna voltallige groep verder zoeken. Emmy, die vorig jaar ook al voor deze opdracht had gestaan, luisterde naar de wijze raad van ‘haar’ uil en besloot haar grenzen te respecteren door niet deel te nemen aan deze activiteit.
Ook hier hebben we op elke kruising van paden steeds in team overlegd welke richting we zouden kiezen en hielpen we elkaar steile, gladde hellingen te beklimmen of afdalen.
Nog tamelijk snel stonden we in de ‘living’, het hart van de grot. Van hieruit moesten we in groepjes van minstens drie personen onze volgende opdracht kiezen : de roltrap, de frietzak, de koker, de brievenbus, de geboortespleet, … Het eerste groepje koos voor de roltrap. Helaas natter dan verwacht, waardoor zij besloten, met de goedkeuring van Bert, reeds de weg naar de uitgang terug te zoeken. Grote frustratie toen bleek dat zij rondjes aan het maken waren doordat vermoedelijk iemand uit een andere teambuildingsploeg, die gelijktijdig met ons in de grot waren, een “verbodsteken” van Bert verlegd had.
Ondertussen was het tweede groepje de koker opgeklommen met de nodige schuifpartijen van enkele meters naar beneden. Het was echt zoeken naar een geschikt plekje voor voeten én handen, zodat je je kon optrekken. Veel keuze was er niet ! De volgende uitdaging was om door de brievenbus te geraken, zoals de naam het al zegt, een zéér smalle spleet van een viertal meter lang waar je je als een rupsje moest voortbewegen, gebruikmakend van bodem én plafond van de grot. Twee personen kwamen ‘vast’ te zitten, waardoor zij heel veel energie verspilden om toch nog vooruit te geraken. Paniek, hijgen, pijnlijke knieën, maar met de aanwijzingen van Bert en Lieve heeft uiteindelijk toch ook nummer drie het tot een goed einde volbracht. De laatste verkoos om achterwaarts de brievenbus te verlaten en mocht met een geleide touw de koker als glijbaan gebruiken. De anderen moesten zich klemmen met de schouders en heupen om alzo snelheid te breken en twee meters lager te landen.
Eén moedige wilde nog héél graag het geboortekanaal doen. Klein probleempje : ze durfde niet vragen aan de anderen of die het erg vonden om nog even op haar te wachten… Toen deze moeilijkheid overwonnen was ging alles vrij snel. Ze daalde af in het echt wel héééél smalle geboortekanaal en wroette daarna met centimeterbeweginkjes haar weg naar de uitgang, waar Lieve klaar stond om haar hoofd op te vangen : applaus voor de ‘boreling’ ! Een sublieme ervaring, en eveneens prachtig om toe te kijken !!!
Voldaan begonnen we aan de terugweg, opnieuw als één grote groep. We vergaten niet onze klei los te schrapen uit de grot, want daar zouden we ’s avonds een opdracht rond krijgen. We vonden het allemaal jammer dat tijdens de oefening de groep gesplitst geweest was. Hierdoor verloren we het samenhorigheidsgevoel, dat aanvankelijk zo groot geweest was.
Thuisgekomen moesten we de voor ons belangrijkste twee momenten van de trip uittekenen en één moment moesten we uitbeelden met behulp van de meegebrachte klei. Per drie moesten we dit alles dan in een tijdslijn plaatsen en bespreken. Zelf hulp durven vragen bleef voor velen een probleem, evenals een helpende hand aanvaarden. Ook kwam het besef dat we echt wel moesten weten, wat we ZELF wilden.
Woensdag leerde Bert ons het spel “Rots en Water”. Iemand kan sterk en onwrikbaar zijn als een rots of soepel en flexibel als water. Bert leerde ons stapsgewijs met welke houding we het meest in onze innerlijke kracht konden blijven (zelfs als anderen ons duwden, langs welke kant ook, we vielen niet), hoe we met oogcontact iemand konden imponeren en hoe we vanuit onze kracht blijvend konden vechten (als rots of als water).
Vervolgens stond het touwenparcours op het programma. We stonden toch wel even onder de indruk te kijken naar die vijf balken, op steeds groter wordende afstand boven elkaar, waarbij de hoogste toch wel een achttal meter boven de grond hing. We leerden eerst hoe we elkaar moesten ‘zekeren’. Een hele verantwoordelijkheid !
De oefening moest per drie gedaan worden. Tactiek, communicatie, samenwerking en vertrouwen waren hier de sleutelwoorden. Stapje voor stapje bereikte het eerste groepje de hoogste balk. Lieve, die vanwege haar 1,62m met moeite de hoogste balk kon vasthouden, zag het niet meer zitten om te proberen ook hier nog op te geraken. Voor haar was het vierde niveau welletjes. De andere twee triomfeerden op de hoogste balk en hadden enkel een touwtje boven zich waaraan ze zich konden vasthouden !
Ook het tweede groepje klom vlot tot op de vierde balk, doch een combinatie van ‘zeeziekte’, grote schrik, buikkrampen en misschien wat weinig gegegeten (?) maakte dat één van de drie zich even plat op de balk moest neerleggen. Het mocht helaas niet baten. Teleurgesteld en met een schuldgevoel omdat ze de anderen in de steek liet, werd ze lijkbleek naar beneden gehaald.
De derde groep zag af van deze oefening. Voor hen lonkte het bos aan de overkant van ons domein meer.
Daarom besloot Bert om een boswandeling in te lassen, maar … het eerste uur moesten we in VOLLEDIGE stilte wandelen. Niet gemakkelijk voor ons … Maar blijkbaar had deze stilte toch een en ander teweeggebracht, want de gesprekken die we naderhand hadden waren zeer intens en beladen.
De avondactiviteit was daarom luchtiger en speelser. Zo waren we afwisselend diertjes, spiegels en standbeelden. Dat laatste hebben we de laatste dag toch maar op foto vastgelegd, omwille van de mooie symbolische betekenis die hieraan gegeven werd.
Donderdag deden we eerst een aantal oefeningen binnen. We moesten contact maken met al die stemmetjes die dagdagelijks zo druk bezig zijn in ons hoofd en die het ons soms zo moeilijk maken om onze doelen te bereiken, onze saboteurs. Vervolgens moesten we naar deze saboteurs gaan kijken vanuit onze innerlijke observator en dit al schrijvend of tekenend of schilderend weergeven. Een oefening die bij allen heel veel emoties losmaakte. De confrontatie met onze kwetsbare kant, die we liever diep wegstoppen onder een goed laagje vet of die we met eten proberen te verdoven. Ook het besef dat het samenleven in een groep gelijkgestemden enerzijds kracht kan geven en voorbeelden om je aan op te trekken, maar anderzijds kan het ook weer die saboteurs activeren, die je net met veel moeite in bedwang kon houden.
In de namiddag wachtte ons een nieuwe uitdaging op het touwenparcours. We mochten kiezen uit de ladderbrug, de wip (alleen of met twee) en de sprong. Ieder maakte de keuze die ze volledig zelf wilde en die niet al té grensoverschrijdend was. Ook nu weer werden persoonlijke ‘overwinningen’ behaald, die door de ganse groep gespannen gevolgd werden. Emmy die haar gestelde doel boven op de balk bereikte en Lieve die de sprong waagde, anderen die uitgedaagd worden hulp te vragen om de opdracht tot een goed einde te brengen.
Geen avondactiviteit vandaag omdat Bert de volgende morgen om 5u reeds wilde vertrekken!!!
Vrijdag. Iedereen was op tijd wakker en het busje reed stipt om vijf uur de oprit af om ons te brengen naar een locatie aan de Maas, waar we de zon zouden zien opkomen. De ene helft verkoos om te blijven zitten (in de kou !) en kijken, terwijl de andere helft liever in beweging bleef. Deze laatsten werden één na één gedropt met een stafkaart en de opdracht terug naar het trainingshuis te wandelen. Bovendien kreeg iedereen nog een supplementaire opdracht : we moesten bedenken welke rollen, die we vaak aannemen in ons dagelijks leven en die we hier ook al tegen gekomen waren, we graag wilden achterlaten.
Na het ontbijt hebben we een kampvuur gemaakt en tijdens een heel mooi ritueel mochten we deze rollen stuk voor stuk verbranden in het vuur. Vervolgens schreven we een brief aan ons zelf, met al hetgene wat we onszelf toewensen de komende zes maanden. Die brieven zou Bert dan binnen afzienbare tijd versturen.
Tot slot kregen we een miniatuur musketon, waaraan we ieder voor zich een aantal ankers vasthingen om onszelf er voortdurend aan te herinneren in de komende weken, waaraan we wilden werken en wat voor ons hulpbronnen hiervoor waren. En na de ‘grote opkuis’ kwam dan het echte afscheid. Een groepsknuffel, nog een spelletje en dan moesten we , als we er zelf klaar voor waren, langzaam uit de kring stappen. Misschien was dit nog wel de aller moeilijkste opdracht van de voorbije week !
Was deze groeicursus de moeite waard ? JA!
Komen we volgend jaar terug ? JA, maar niet omwille van onze eetstoornis, wel omdat we nog verder willen groeien !